In de polyptiek van de abdij van Lobbes anno 868 werd de eerste vermelding van “Scemtelebeek” teruggevonden, in de Brabantse Gouw staat eveneens Scentlabeke vermeld.



Zo heeft Schendelbeke in de loop der jaren een ware naammetamorfose ondergaan die ging van Scendelbec (1068) naar Scindelbec (1088), naar Schenlebeccha (1139), naar Scindelbecca (1186), Schendelbeccam (1228), Skendelbeke (1237), naar Eskendelbecque (1265) welke werd teruggevonden in een Franse akte; om vandaag de dag gekend te zijn als Schendelbeke. De namen hebben allen dezelfde betekenis: de beek die de “Schinde” (=schil, afval) weg voert. Wat er duidelijk op wijst dat in Schendelbeke zijn waterloop: De Dender centraal staat.


De Dender is een bijrivier van De Schelde, is 65 km lang en ontstaat in Aat uit de Oost_ en West-Dender. De Dender heeft een verval van minder dan 10 meter/km en is ter hoogte van Denderwindeke, Denderhoutem en Denderleeuw (allen steden die hun naam aan de Dender te danken hebben) kleiner dan 50 cm .


In 1285 wou Gwijde van Dampierre, Graaf Van Vlaanderen de Dender kanaliseren. Deze werken werden pas uitgevoerd tussen 1864 en 1870. De bedding werd opgehoogd en de rivier werd bevaarbaar voor schepen tot 300 ton, vanuit Aat. Er werd een aansluiting op het kanaal van Ath gemaakt en zo ontstond een belangrijke handelsweg gecreëerd. Vooral de papierfabriek in Oudegem, de brouwerijen in Aalst en de steengroeven uit Lessen hadden hier baat bij. In 1034 begon men met het rechttrekken van de rivier. Bij deze werken zijn archeologische vondsten gedaan die dateren uit het bronstijdperk en de Gallo-Romeinse tijd. De meest indrukwekkende vondst werd gedaan in 1978 in De Gaver waar men een kies van een mammoet terugvond die vermoedelijk 30- a 40.000 jaar oud is.


Maar de Dender’s functie was ter bevordering van de handel en de scheepvaart, de meeste schepen werden tot 1940 langs de oevers voortgetrokken door paarden of mensen, deze vonden hun rust in het boerenhof “t’ Schipken” die destijds (1771) kon bereikt worden via een houten brug. In 1980 werd ’t Schipken aangesloten bij het recreatiedomein De Gaver en begon men aan de renovatiewerken om het om te bouwen tot jeugdherberg, waar het de dag van vandaag nog dienst voor doet.


Schendelbeke heeft een oppervlakte van 589 Ha 11 a en is omringd door Nederboelare (ZO), Idegem (O), Onkerzele (Z), Ophasselt en Vloerzegem (N), Hemelveerdegem (NW) en Deftinge (W). Net ten zuiden van Schendelbeke grenzen de provincies Oost-Vlaanderen, Henegouwen en Brabant aan elkaar. De voorbije 200 jaar zijn de straten van Schendelbeke quasi ongewijzigd gebleven en het is een gemeente die op 5 km afstand van Geraardsbergen kan genieten van beboste heuvels, uitgestrekte landbouwgronden met kronkelende wegjes en beekjes en aldus een schilderachtig beeld schept.


Dit beeld moet nog indrukwekkender geweest zijn in de 13e eeuw; Rond 1270 werd het Kasteel gebouwd door Jan de Ghellinck, een voorname burger uit Geraardsbergen. Hij was toen heer van Schendelbeke en genoot groot aanzien van de Graaf Van Vlaanderen: Lodewijk van Nevers. Anno 1337 en de periode van Jacob Van Artevelde breekt aan, het begin van de 100-jarige oorlog. Het kasteel blijft hierin dienst doen als verblijfplaats van de graaf (die het kasteel in 1336 aankocht) en zijn manschappen die het kasteel een ideale ligging vonden hebben in de oostelijke verdedigingsgordel. Ten tijde van Phillips De Goede kwamen de Gentenaars naar Schendelbeke in 1452 en ontstond er oorlog. Anno 1453 werd het kasteel belegerd en volledig verwoest en gesloopt.


De ruines van het kasteel zijn volledig verdwenen maar in 1971 werden opgravingen gedaan in de Pijlekaart (vlakbij de Dender) waarbij verschillende muren werden blootgelegd met een deel van het ingestorte gewelf. Men heeft ook kunnen vaststellen dat het kasteel 28 tot 3O meter lang en breed moet geweest zijn. Verdere opgravingen zijn zeer moeilijk op die plaats door de drassige bodem.

In augustus 1818 kreeg Schendelbeke een wapen van de Nederlandse regering. Het stelt twee waskloppers voor over een brug welke de twee grote lijnwaadblekerijen van vroeger weergeven en de brug is ongetwijfeld de Denderbrug. Een groen takje duidt op het vele struikgewas dat hier aanwezig was.


Schendelbeke heeft een unieke ligging omdat ze omringd is door verschillende hoofdwegen die je naar Gent, Ninove en Aalst voeren. Je kunt er ook verschillende wandeltrajecten volgen en als rustpunt steeds terug komen in Schendelbeke bij de “Jeneverdrinkers”. Een naam die de Schendelbekenaren al honderden jaren met zich mee dragen.